Ik ben toevallig op deze text gevallen. Na het lezen ervan ben ik wel onder de indruk van het feit dat het nog altijd zo actueel is. De actuele politiek luisterd dus echt niet meer naar de bevolking. Het is al macht en pure manipulatie waqt de klok slaagt. Ik was in 2001 verre van geinteresseerd in de politiek, omdat ik jong was en waarschijnlijk nog heel naief. Maar dat toen de Brusselaars zich al stoorde aan het gecomunautariseerde gehakketak, en dat er er heden ten dage nog altijd niets is veranderd aan de situatie, dat maakt me kwaad.
Wil dit nu zeggen dat ik binnen 10 jaar nog altijd met mijn frustraties naar buiten moet komen om mijn plaatsje in deze maatschappij op een gelijkwaardige manier te verdienen? Hoe lang moet dit spelletje eigenlijk nog duren?
Eerlijk gezegd begin ik nu echt wel overtuigd te geraken dat we als Brusselaars maar eens zelf de koordejes in handen moeten nemen! Gedaan met opgedrongen hokjes waar we we worden ingeduwd. Gedaan met gekibbel over wie , Vlaams of franstalig, hoeveel wel of niet krijgt. Gedaan met ons aalmoezen rond de oren te slingeren! Gewoon iedereen gelijk voor de wet, gewoon iedere Brusselaar, of hij nu Franstalig of Nederlandstalig is, of hij nu van Belgische origine is of niet, of hij nu gelovig is of niet, of hij nu een andere sexuele voorkeur heeft of niet....Gewoon gedaan met het gevoel van constante onderdrukking en Apartheid. Gelijkheid....net zoals het verdrag tot bescherming van de rechten van de mens het bepaald!
Y en a marre, VRAIMENT!!!
het is wel leuk te zien dat de laatste persoon die onderaan heeft getekend nu een docent van me blijkt te zijn die er blijkbaar toen ook al genoeg van had.
Ziehier de tekst:
Gepubliceerd in
De Morgen van Vrijdag 2 februari 2001
en in
Brussel Deze Week van 14 Februari 2001
Naar een onafhankelijke en meertalige stadsstaat Brussel ?
De zoveelste golf federalisering spoelt opnieuw over België. Klaarblijkelijk dienen
alweer een reeks bevoegdheden en geld te worden overgeheveld naar de gefedereerde
entiteiten. Politici van allerlei kleur en pluimage trekken opnieuw de kaart van het
Waalse of het Vlaamse nationalisme. De haan kraait, de leeuw klauwt en de
regionalistische of communautaristische politieke woordvoerders kloppen zich op de
borst. 'Lambermont' is 'goed', 'niet goed genoeg' of 'helemaal niet goed' 'voor de
Walen' of 'voor de Vlamingen'. De Volksunie en het FDF beginnen aan hun zoveelste
existentiële crisis en het lot van de huidige regering wordt aan de afloop van deze
episode gekoppeld. Tot daar de context : er is niets nieuws onder de zon ...
Al evenmin origineel is dat de Brusselaars die (ook) Nederlands spreken, en die door
sommigen 'Brusselse Vlamingen' worden genoemd, de pasmunt of het breekpunt van
de discussie worden. Politici uit alle uithoeken van het Vlaamse land - uit Izegem of
Kortrijk - voeren hierbij het hoge woord. Ze zijn erg bekommerd om de 'Vlaamse
eigenheid' van Brussel (weet iemand waarover ze het hebben ?) en, natuurlijk, de
positie van de Brusselse Vlamingen. Als betrokkenen, met name als Brusselaars die
(ook) Nederlands spreken, willen wij hierover enige gedachten kwijt. Wij leven
tenslotte in Brussel. En dat is wat anders dan er met chauffeur en neus in de krant op
geregelde tijdstippen naartoe te pendelen.
Brussel kampt met twee grote problemen. Enerzijds is er de onbestuurbaarheid en
het daaraan gekoppelde gebrek aan visie op wat er met deze stad moet gebeuren,
anderzijds is er de financiering. De onbestuurbaarheid van de stad is het gevolg van
het totaal onoverzichtelijke politieke en administratieve beleidskluwen, achtergelaten
door de voorbije federaliseringsgolven. Het aantal vertegenwoordigende, uitvoerende
en bemiddelende organen met bevoegdheden over Brussel is te lang om hier op te
sommen. Feit is wel dat zo'n stugge, ingewikkelde en onder hoogspanning staande
beleidsstructuur het voeren van een accuraat grootstedelijk beleid gewoonweg
onmogelijk maakt. Een oplossing ligt nochtans binnen handbereik: naast de
Franstalige en Vlaamse gemeenschap dient ook de Meertalige Brusselse gemeenschap
te worden ingericht. Deze operatie is noodzakelijk om te komen tot één Brussels
parlement en één Brusselse regering die, zoals in Vlaanderen, alle gewest- en
gemeenschapsbevoegdheden samen uitoefenen. Pas dan wordt het mogelijk om een
aangepaste visie en een sluitend beleid te ontwikkelen. Brussel is nu eenmaal geen
Luik of Antwerpen, Leuven of Namen, laat staan een mini-Parijs of een groot-Izegem.
Brussel is meertalig en cultureel heterogeen (één derde van de bevolking is niet-Belg,
41% van de huishoudens zijn taalgemengd). Brussel is tevens een grootstad die
Europees en internationaal georiënteerd is (maar toch nog kampt met de restanten
van een provinciaal "ons kent ons" gevoel).
Tevens ontbreekt het Brussel aan middelen om een serieus grootstedelijk beleid te
voeren. Er zijn meer pendelaars die in Brussel werken, dan vermogende mensen
(40% van de huishoudens leeft in kansarme buurten) die er belasting betalen. Dat
kan op twee, te combineren, manieren worden opgevangen. De eerste mogelijkheid
speelt in op de werkelijke sociaal-geografische en economische omvang van Brussel.
De grenzen van het Brussels Gewest stemmen niet overeen met de omvang van het
grootstedelijke gebied. Men kan Brussel financiële ademruimte geven door de
grenzen te hertekenen op zodanige wijze dat een groot deel van de pendelaars uit alle
randgebieden ook effectief in Brussel belasting zouden betalen. De andere
mogelijkheid is een fiscale ingreep, waarbij een beduidend deel van de belasting van
een persoon wordt geheven ten bate van de plaats waar hij of zij is tewerkgesteld.
Parallel aan deze twee pistes kan nog worden gedacht aan een ernstige financiële
inbreng van internationale organisaties en internationale bedrijven die in het
werkelijke Brusselse grootstedelijke gebied gevestigd zijn. En tenslotte moet er maar
eens werk gemaakt worden van een tol op de massa's auto's die Brussel dagelijks
binnendonderen en er 's avonds weer zo vlug mogelijk uit willen.
Dit scenario past overigens naadloos in een federalistische logica. Buiten de huidige
onoplosbaarheid van de Brusselse kwestie houdt toch niets de regionalistische en
nationalistische borstkloppers uit Vlaanderen en Wallonië bij elkaar. Het 'België
Barst in Drie' scenario wordt denkbaar indien Brussel - zoals Vlaanderen - een
financieel zelfbedruipend en institutioneel-politiek volwaardig statuut krijgt. Of het
zo'n vaart moet lopen is voor ons geen punt. Wel willen we als Brusselaars die (ook)
Nederlands spreken uit de handen van onze politieke en institutionele gijzelnemers
worden bevrijd. Met welk recht worden wij eigenlijk gedwongen om ons in te passen
in de simplistische en uitsluitende sjablonen - Vlaams of Frans - van de huidige
politieke vertogen en, ja zelfs, van de wetgeving ? Hoe staat het dan met onze
individuele vrijheid tot zelfbepaling ? Wat indien we dit allemaal irrelevant vinden ?
Met welk recht worden wij niet als volle burgers vertegenwoordigd, maar
stukjesgewijs in allerlei assemblées die amper in staat zijn om samen te handelen ?
Met welk recht wordt over ons leven en onze toekomst beslist door mensen uit Luik of
Antwerpen voor wie Brussel alleen een symbolisch strijdpunt is ?
Indien in het toekomstige volwaardige en meertalige Brussels Gewest de principes
van de polyfone democratische rechtsstaat worden verzekerd, dan hebben wij niets te
vrezen en vrezen wij ook niets. De gewone spelregels van de democratische
vertegenwoordiging, onze individuele grondrechten en de rechtsstatelijke
bescherming van de (numerieke) minderheid zijn een voldoende borg. Het
paternalisme van de Vlaamse en Waalse politici hebben we echt niet nodig. Wij
hebben geen pleinvrees. Integendeel : wij ervaren dagelijks hoe uitdagend, beloftevol,
toekomstgericht en veelzijdig onze cosmopolitische grootstad is. Wij hebben geleerd
te leven in een stad waar je buur een andere taal spreekt, een andere godsdienst
belijdt en een andere huidskleur heeft. Wij genieten van een stad waarin tientallen
parallelle culturele en associatieve netwerken samen bestaan. En zo kunnen we nog
wel een tijdje doorgaan.
Indien dit allemaal te veel is voor Vlaanderen, Wallonië en hun politici, dan kunnen
we onder de hierboven gestelde voorwaarden scheiden. Misschien wordt Brussel dan
op termijn een bloeiende onafhankelijke meertalige stadsstaat of, wie weet, ... een
European Capital Territory waar het goed is om te leven.
Een aantal Brusselaars die (ook) Nederlands spreken :
Serge Gutwirth, Jenneke Christiaens, Jean-Claude Burgelman, Dimokritos Kavadias,
Michel Peremans, Karen Meerschaut, Joëlle Van Ex, Lydia Van Rompaey, Estelle
Slegers, Frederik Depoortere, Carolien Zandbergen, Yamila Idrissi, Marc Pallemaerts,
Greg Jacobs, Jozef Van Rompaey, Griet Dobbelaere, Anton Derks, Kristel Beyens,
Joris Hintjens, Myriam Stoffen, Karen Tuxen Ringkjob, Bart Wildiers, Els Dumortier,
Annelies Beck, Johan van Braak, Johan Buyens, Ching Lin Pang, Joan Ramakers,
Patrick Lenskens, Luc Van den Broeck, Ruddy Verbinnen, An Grauwels, Ilias
Kavadias, Sonja Raspoet, Stefan De Corte, Rudy Verhoeven, Eric Corijn, Thomas
Luks, Nathalie Dyck, Bart Temmerman, Els Enhus, Stijn Callewaert, Tom Cortvriend,
Derkje Van der Elst, Dirk Schol, John Van Hassel, Annemie Louwyck, Cornelia J. van
der Weide, Els Plessers, Chris Kesteloot, Marc Martens, Mieke Lamiroy, Gert
Lauwaert, Koen Smets, Patrick Allo, Anouk Delafortrie, Michel Huysseune, Cathy
Macharis, Alain De Nauw, Annemie Pijcke, Henri Eisendrath, Katleen De Ridder, Luc
Steels, Marleen Wynants, Eddy Deruwe, Piet Van de Craen, Dirk Van der Elst, Xavier
Buijs, Uros Nastic, Dieter Lesage, Joke Quintens, Lieve Vanfraechem, Jan van
Rosendaal, Mark Leys, Alex Housen, Yves Van Roey, Nel Vandevannet, Anja De
Kimpe, Filip Burgelman ...