17/01/2011

reactie op de reactie van Corijn

Het is niet altijd even gemakkelijk om de naam van een kleine partij over de lippen van een professor of opiniemaker te doen rollen. Bij Corijn is het deze keer alvast gelukt maar we zijn er spijtig genoeg niet wijzer uit geworden.

zie reactieonderaan


Volgens Corijn is er nog een lange weg af te leggen alvorens er een oplossing uit de bus zal vallen voor Brussel. En als die oplossing er ooit komt zal die niet enkel door de politiek worden verwezenlijkt maar daar is ProBruxsel, ook steevast van overtuigt. Het probleem is echter wel dat de huidige beleidsmakers graag aanwezig zijn op allerhande burgerinitiatieven maar heel weinig rekening houdt met de conclusies die daar naar voren worden geschoven. En dan is het misschien wel eens belangrijk dat er een alternatief zoals Pro Bruxsel bestaat, dat trouwens als direct gevolg van de frustratie van zeer actieve Brusselse burgers, als een politiek alternatief voor burgerverenigingen, is opgericht. Bovendien is Pro Bruxsel eigenlijk nog altijd een partij van burgers, want zonder enige financiële steun van de overheid en zonder verkozenen moet de partij overleven door de goodwill van zijn actieve leden. Met andere woorden; het is nog altijd de gewone werkende burger die zijn tijd en geld spendeert in het geloof dat deze laagdrempelige partij ooit een verschil zou kunnen maken.


Corijn beweert ook nog dat Pro Bruxsel als politieke partij, net zoals alle andere partijen “partijdig” zou zijn. Spijtig genoeg vind Corijn het niet belangrijk zijn argument verder uit te leggen dus ga ik maar zelf op zoek naar wat “partijdig” zijn, in ons geval zou kunnen betekenen.


In mijn ogen betekend partijdig zijn dat je partij trekt voor één bepaald gegeven. Die gegevens kunnen sterk bepaald zijn zoals tradities, personen maar kunnen ook in een hele brede context worden aanzien zoals het ecologische aspect dat op alle domeinen wel zijn belang heeft. Aangezien een politieke partij nu eenmaal bepaalde standpunten moet innemen is het onvermijdelijk dat er keuzes worden gemaakt. Dat is ook de reden dat Pro Bruxsel er niets op tegen heeft als “standpunten innemen”, als zijnde “Partijdig” kan worden aanzien, zolang het niet de initiële bedoeling is om mensen uit te sluiten natuurlijk.


We kunnen ook worden beoordeeld als zijnde partijdig door het feit dat we opkomen voor slechts een bepaald gedeelte van de bevolking, en dat is waarschijnlijk ook zo. We nemen het op voor de Brusselaars, maar dat is iets dat eigen is voor een regionale partij en moet dus ook perfect kunnen. Ik zou zelfs durven beweren dat wij juist het verschil maken met de andere partijen op dat gebied aangezien we opkomen voor ALLE Brusselaars, zonder ze eerst het verschil te maken op basis van de taal die ze spreken.


En als laatste kan ik me voorstellen dat door de huidige politieke toestand, ook Pro bruxsel ten prooi valt aan de “ik haat alles wat met politiek te maken heeft” argumentatie. En dan wordt er meestal met heel goedkope beschuldigingen gegooid waarin wordt beweerd dat we opportunisten zijn die enkel aan politiek doen om aan macht te geraken en dus ook partijdige standpunten innemen om stemmen te winnen. Als Pro Bruxsel echt aan machtspelletjes had willen meespelen hadden ze beter niet met twee lijsten deelgenomen tijdens de vorige verkiezingen, Of om het met de woorden van de NVA te zeggen tijdens het indienen van de lijsten: “ Jullie zijn echt dom want als jullie enkel een Nederlandstalige lijst binnen hadden gebracht en alle Franstaligen op de Nedelandstalige lijst laten stemmen was het tactisch gezien veel makkelijker om genoeg stemmen te halen!” Dat is misschien wel zo, maar bij deze had Pro Bruxsel besloten “partij” te trekken voor de eerlijkheid, en niet voor het misbruiken van een systeem dat volgens ons dringend aan herziening toe is.


Niettemin er mogelijkheden zijn om links te gaan schuilen, rechts te gaan schuilen, in het Noorden te gaan schuilen of in het Zuiden te gaan schuile blijft Pro Bruxsel bewust in de pletsende regen staan, omdat ze weet dat na de regen toch ooit de zonneschijn weer tevoorschijn komt! Maar in dit landje kan dat inderdaad soms heel lang duren.



De reactie van Corijn:


Het gaat er mijns inziens om het verfijnen van twee gedachtenlijnen: 1) het vertellen van Brussel als een kleine wereldstad en dat kan alleen in post-nationale termen, maar dan wel rekening houdend met de nationalistische grondtoon van de Belgische federale instellingen en dus aanvaardend dat het stadsgewest in delen wordt opgesplitst door de Belgische taalgebieden (het carcan). Vermits ik omwille van die gevoeligheden de grenzen van het gewest niet ter discussie wil stellen, moeten we ervoor zorgen dat ons stadsverhaal ook een goede samenwerking met het ommeland inhoudt. Vijandigheid moet worden omgebogen in goodwill en dat vergt in de eerste plaats een ander discours vanuit de Franstalige leiders naar de Vlaamse rand, maar ook een totaal andere praat over Brussel in Vlaanderen! 2) een interne staatshervorming is nodig. Dat gaat inderdaad eerder over goed bestuur, bevoegdheidspaketten en integrale planning, dan over gewoon samenvoegen van instellingen. Daarom ben ik voor een opheffen van de huidige gemeenten om ze onmiddellijk ook weer in te voeren. Het zwaartepunt van het beleid moet in het gewest liggen en geen enkel ander niveau mag een blokkagerecht hebben: niet de gemeenten, maar ook niet de gemeenschappen! Maar dat beleid vergt onmiddellijk ook decentralisatie naar "districten", en dat kunnen zeer goed de huidige gemeenten zijn (met licht hertekende grenzen) en vooral ook een gedefusioneerd Brussel waarin Laken en Neder-over-Heembeek weer eigen entiteiten kunnen worden. Het is waar dat de sociaal geografische dualisering van Brussel ook pleit voor een sterk gelokaliseerd beleid en zeg maar Molenbeek en Sint Pieters Woluwe niet noodzakelijk dezelfde prioriteiten hebben. Het is al te gemakkelijk over "baronieën" te spreken om het niet over beleid te hebben. Die nieuwe gemeenten zijn dan wel een tussenschakel naar de echte "nabijheid" van de 118 wijken ( waarvan trouwens één derde de gemeentegrenzen overschrijden). In die operatie winnen we ook enkele andere meerwaardes: de EU-burgers krijgen dan stemrecht op het niveau dat er echt toe doet, de politieke partijen hebben er dan belang bij een echt regionaal programma op te maken en niet alleen de gemeentelijke baronieën, maar ook de communautaire apartheid te overstijgen en via de gemeentelijke bevoegdheden kan het gewest ook initiatieven nemen inzake onderwijs en cultuur! Alleen denk ik dat die interne staatshervorming er niet zal komen van binnenuit en dus moet er wat externe druk worden uitgeoefend door het deel te maken van de huidige discussies.
Tenslotte: om dat te verwezenlijken is het nodig dat de Brusselse publieke opinie anders wordt geordend, m.a.w. dat de huidige communautaire partijen, media, verenigingen, instellingen worden geconfronteerd met een bicommunautair en vooral intercultureel veld. Dat zal op verschillende terreinen gebeuren. Hoe zich dat uiteindelijk politiek zal vertalen valt af te wachten. Pro Bruxsel argumenteert in dit debat zoals partijen doen: partijdig. Het is ongetwijfeld een stem in het politieke debat, maar vooralsnog een kleine stem en zeker niet de enige stem. Er is vandaag in het middenveld, in de civiele maatschappij, in de sociale en culturele wereld in Brussel van alles aan het veranderen. Maar men kan niet zeggen dat "hét politieke alternatief" vandaag al duidelijk is en het is dus niet verstandig erg veeleisend de mensen in kampen, in goeden en slechten in te delen. Er is nog een weg te gaan.

Geen opmerkingen: