11/10/2010

Ik heb deze tekst vandaag ontvangen en ik kan me er helemaal in vinden!!

Solidariteit maakt een cultuur groot

De voorzitter van het Vlaams parlement, Jan Peumans (N-VA), sprak op 11 juli zijn bezorgdheid uit over het ‘gebrek aan identiteit’ in Vlaanderen. Het is immers die identiteit die moet ‘leiden tot natievorming’. Als gevolg van dit gebrek is het belang van die natievorming ‘nog niet voldoende doorgedrongen om de gehele bevolking te overtuigen’. Voor Peumans heeft de Vlaamse deelstaat dan ook de opdracht om deze leemte ‘op te vullen’. Tegelijk hekelt de parlementsvoorzitter een aantal ‘artistieke en intellectuele kringen’ voor wie het bon ton zou zijn om ‘het Vlaamse identiteitsgevoelen te minimaliseren, ja zelfs te ontkennen’.

Als burgers die beroepshalve voortdurend met cultuur - in de breedste betekenis van het woord - begaan zijn, verwerpen wij het discours over cultuur en identiteit dat hier wordt geëtaleerd. Het holt de begrippen cultuur en identiteit uit en vormt ze om tot manipulatieve instrumenten voor politieke doeleinden. We hébben al een cultuur en we hébben al een identiteit. Beide zijn ze meervoudig. Ze zijn ook, maar niet exclusief Vlaams. We willen dan ook niet dat ze ‘opgevuld’ zouden worden met een Vlaams-nationalistisch concept. Dat zou een verarming betekenen en een aanval op wie we vandaag zijn.

1. Omdat het een proces van uitsluiting en vervreemding is.

Geert Bourgeois (N-VA) maakte als mediaminister heisa over een liedje van Clouseau: ‘Een Belgicistisch propagandaliedje, een pleidooi voor slecht bestuur’. Toen in 2009 de VRT het Belgavoxconcert uitzond, reageerde Bourgeois furieus: ‘Ik vind dit absoluut niet kunnen. Het gaat om een initiatief dat de Belgische identiteit wil versterken.’ Deze uitlatingen illustreren duidelijk een verwerpelijk trekje van de ‘Vlaamse identiteitsvorming’: de ene identiteit wordt de hemel in geprezen, de andere - hier de Belgische - wordt verwenst. Dat is voor ons onaanvaardbaar.

We verzetten ons ook tegen de beeldvorming die mensen in ons land tegenover elkaar stelt als onverzoenbare cultuurgroepen. We aanvaarden niet dat onze Franstalige landgenoten worden voorgesteld als dragers van een cultuur die gekenmerkt zou worden door gebrek aan verantwoordelijkheid, luiheid, profitariaat, diefstal en expansiedrang.

2. Omdat het een asociale agenda verbergt.

Het Vlaams-nationalisme, dat lang geleden de uitdrukking was van een terecht verzet tegen discriminatie, is vandaag een ‘economisch nationalisme’ geworden. Het profileert zich met thema’s als de transfers, de zogezegde ‘blanco cheques aan de Walen’, het ‘zakgeldfederalisme’, enz. Bart De Wever heeft een verhelderend licht laten schijnen op wat Vlaamse identiteit en cultuur vanuit dat sociaal-economisch oogpunt zoal inhouden. Hij deed dat toen hij in de onderhandelingsgesprekken doodleuk stelde dat de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka zijn eigenlijke baas is en dat hij pas tevreden is als Voka dat ook is. Wie het sociaal-economische programma van N-VA erop naleest, ziet dat De Wever de agenda van Voka tot die van zijn partij heeft gemaakt. Dat opent het weinig aantrekkelijke perspectief op een Vlaanderen waar het economisch gewin primeert en sociale verworvenheden afgebroken worden. Er zal drastisch gesnoeid worden in de gezondheidszorg, de pensioenen, de werkloosheidsuitkeringen, de bijstand. Wie verzekerd wil zijn tegen ziekte of inkomensverlies, wie verzekerd wil zijn van een leefbaar pensioen, moet dat maar kopen op de privémarkt.

Het discours over ‘wat we zelf doen, doen we beter’, over ‘Vlaamse cultuur en identiteit’, fungeert als glijmiddel om die asociale agenda aanvaardbaar te maken, in naam van de competitiviteit en van ‘Vlaanderen, eerste regio in Europa’.

3. Omdat het de weerbaarheid van de burger verzwakt.

Behalve met de Vlaamse vlag, zwaaien de Vlaams-nationalisten ook graag met de Europese vlag. Dat lijkt misschien tegenstrijdig, maar is dat allerminst.

De Vlaams-nationalisten willen Vlaanderen loskoppelen van het economisch zwakkere Wallonië. Het nationale niveau is wat beide regio’s verbindt en de Vlaams-nationalistische agenda in de weg staat. Daarom wordt gebruik gemaakt van het supranationale niveau Europa om het nationale niveau België te laten ‘verdampen’.

Het supranationale Europa voert een beleid waarbij de sociaal-economische agenda van de Vlaams-nationalisten perfect aansluit. Het verzet tegen die asociale agenda wordt in hoofdzaak gevoerd op een nationaal niveau: Griekenland, Portugal, Frankrijk. Het is precies op dat beleidsniveau dat de sociale ‘veroveringen’ zijn gerealiseerd en vooralsnog het best gevrijwaard kunnen worden. Als de burgers hun sociale belangen doeltreffend willen verdedigen, dan doen ze dat het best in verbondenheid met elkaar. Het terugplooien op steeds kleinere en strikt afgebakende ‘cultuurgemeenschappen’ staat haaks op de mogelijke ontwikkeling naar een sociaal Europa en Europese samenhorigheid. Precies omwille van zijn meertaligheid, zijn verscheidenheid aan talen en culturen en zijn kosmopolitische Europese hoofdstad, ligt het binnen de mogelijkheden van ons land om op dit vlak een lichtend voorbeeld van eenheid en solidariteit te zijn. Een model voor de samenleving van morgen.


De onderliggende gedachte van de oproep van Peumans is dat een cultureel homogene Vlaamse staat een betere maatschappij zal zijn dan het meertalige, interculturele België. Maar net dat kosmopolitische en interculturele is bepalend voor de wereld van morgen. In plaats van dat te ontkennen, moeten we ons afvragen wat er gebeurt als we het multiculturele omarmen. Dat gaat niet ten koste van eigenheid en creativiteit. Integendeel. Wel vereist het een kritische kijk op de relatie tussen cultuur en macht.

De ‘Vlaamse cultuur en identiteit’ waarvan we volgens Jan Peumans doordrongen moeten worden, is een aberratie waar geen enkele doorsnee burger op zit te wachten. Telkens opnieuw wordt door enquêtes bevestigd dat ook de meeste Vlamingen voorstander zijn van het behoud van België en een leefbare verstandhouding willen tussen gewesten en gemeenschappen. Meer en meer Franstaligen in Brussel sturen hun kinderen naar een Nederlandstalige school. ‘Het is goed meerdere talen te kennen’, vinden meer en meer Brusselaars, van welke origine ook. Ze zien in meertaligheid een middel om vooruit te komen. De eeuwige bestuiving, de eeuwige wederzijdse contacten, het internationale, dat is de rijkdom en de kracht van cultuur.
België staat voor veel meer dan het oude ‘Belgique à papa’. Het staat bijvoorbeeld ook voor Priester Daens, en voor de in Luik verkozen Anseele, voor Julien Lahaut. En voor de uitbouw van de sociale zekerheid. ‘De mooiste kathedraal van het land’, zeggen vakbondsmensen. Een kathedraal die gebouwd werd door Vlamingen, Walen, Brusselaars en migranten: de Belgische sociale beweging.

Waaraan het in het Vlaams-nationalistische discours fundamenteel ontbreekt, is solidariteit. Die menselijke waarde die het tegendeel is van egoïsme, hebzucht en onverdraagzaamheid. Het is deze solidariteit die vandaag, in naam van onze cultuur en identiteit, onder vuur genomen wordt. Dat kunnen we niet aanvaarden. Een grote en open cultuur is er een die de weg van het enge eigenbelang verlaat en de solidariteit als grondslag omarmt.


Dirk Tuypens, acteur
Lieve Franssen, Brecht Eisler Koor - Louis Paul Boon Kring
Lebuïn D’Haese, beeldhouwer