26/01/2011
17/01/2011
reactie op de reactie van Corijn
zie reactieonderaan
Volgens Corijn is er nog een lange weg af te leggen alvorens er een oplossing uit de bus zal vallen voor Brussel. En als die oplossing er ooit komt zal die niet enkel door de politiek worden verwezenlijkt maar daar is ProBruxsel, ook steevast van overtuigt. Het probleem is echter wel dat de huidige beleidsmakers graag aanwezig zijn op allerhande burgerinitiatieven maar heel weinig rekening houdt met de conclusies die daar naar voren worden geschoven. En dan is het misschien wel eens belangrijk dat er een alternatief zoals Pro Bruxsel bestaat, dat trouwens als direct gevolg van de frustratie van zeer actieve Brusselse burgers, als een politiek alternatief voor burgerverenigingen, is opgericht. Bovendien is Pro Bruxsel eigenlijk nog altijd een partij van burgers, want zonder enige financiële steun van de overheid en zonder verkozenen moet de partij overleven door de goodwill van zijn actieve leden. Met andere woorden; het is nog altijd de gewone werkende burger die zijn tijd en geld spendeert in het geloof dat deze laagdrempelige partij ooit een verschil zou kunnen maken.
Corijn beweert ook nog dat Pro Bruxsel als politieke partij, net zoals alle andere partijen “partijdig” zou zijn. Spijtig genoeg vind Corijn het niet belangrijk zijn argument verder uit te leggen dus ga ik maar zelf op zoek naar wat “partijdig” zijn, in ons geval zou kunnen betekenen.
In mijn ogen betekend partijdig zijn dat je partij trekt voor één bepaald gegeven. Die gegevens kunnen sterk bepaald zijn zoals tradities, personen maar kunnen ook in een hele brede context worden aanzien zoals het ecologische aspect dat op alle domeinen wel zijn belang heeft. Aangezien een politieke partij nu eenmaal bepaalde standpunten moet innemen is het onvermijdelijk dat er keuzes worden gemaakt. Dat is ook de reden dat Pro Bruxsel er niets op tegen heeft als “standpunten innemen”, als zijnde “Partijdig” kan worden aanzien, zolang het niet de initiële bedoeling is om mensen uit te sluiten natuurlijk.
We kunnen ook worden beoordeeld als zijnde partijdig door het feit dat we opkomen voor slechts een bepaald gedeelte van de bevolking, en dat is waarschijnlijk ook zo. We nemen het op voor de Brusselaars, maar dat is iets dat eigen is voor een regionale partij en moet dus ook perfect kunnen. Ik zou zelfs durven beweren dat wij juist het verschil maken met de andere partijen op dat gebied aangezien we opkomen voor ALLE Brusselaars, zonder ze eerst het verschil te maken op basis van de taal die ze spreken.
En als laatste kan ik me voorstellen dat door de huidige politieke toestand, ook Pro bruxsel ten prooi valt aan de “ik haat alles wat met politiek te maken heeft” argumentatie. En dan wordt er meestal met heel goedkope beschuldigingen gegooid waarin wordt beweerd dat we opportunisten zijn die enkel aan politiek doen om aan macht te geraken en dus ook partijdige standpunten innemen om stemmen te winnen. Als Pro Bruxsel echt aan machtspelletjes had willen meespelen hadden ze beter niet met twee lijsten deelgenomen tijdens de vorige verkiezingen, Of om het met de woorden van de NVA te zeggen tijdens het indienen van de lijsten: “ Jullie zijn echt dom want als jullie enkel een Nederlandstalige lijst binnen hadden gebracht en alle Franstaligen op de Nedelandstalige lijst laten stemmen was het tactisch gezien veel makkelijker om genoeg stemmen te halen!” Dat is misschien wel zo, maar bij deze had Pro Bruxsel besloten “partij” te trekken voor de eerlijkheid, en niet voor het misbruiken van een systeem dat volgens ons dringend aan herziening toe is.
Niettemin er mogelijkheden zijn om links te gaan schuilen, rechts te gaan schuilen, in het Noorden te gaan schuilen of in het Zuiden te gaan schuile blijft Pro Bruxsel bewust in de pletsende regen staan, omdat ze weet dat na de regen toch ooit de zonneschijn weer tevoorschijn komt! Maar in dit landje kan dat inderdaad soms heel lang duren.
De reactie van Corijn:
Het gaat er mijns inziens om het verfijnen van twee gedachtenlijnen: 1) het vertellen van Brussel als een kleine wereldstad en dat kan alleen in post-nationale termen, maar dan wel rekening houdend met de nationalistische grondtoon van de Belgische federale instellingen en dus aanvaardend dat het stadsgewest in delen wordt opgesplitst door de Belgische taalgebieden (het carcan). Vermits ik omwille van die gevoeligheden de grenzen van het gewest niet ter discussie wil stellen, moeten we ervoor zorgen dat ons stadsverhaal ook een goede samenwerking met het ommeland inhoudt. Vijandigheid moet worden omgebogen in goodwill en dat vergt in de eerste plaats een ander discours vanuit de Franstalige leiders naar de Vlaamse rand, maar ook een totaal andere praat over Brussel in Vlaanderen! 2) een interne staatshervorming is nodig. Dat gaat inderdaad eerder over goed bestuur, bevoegdheidspaketten en integrale planning, dan over gewoon samenvoegen van instellingen. Daarom ben ik voor een opheffen van de huidige gemeenten om ze onmiddellijk ook weer in te voeren. Het zwaartepunt van het beleid moet in het gewest liggen en geen enkel ander niveau mag een blokkagerecht hebben: niet de gemeenten, maar ook niet de gemeenschappen! Maar dat beleid vergt onmiddellijk ook decentralisatie naar "districten", en dat kunnen zeer goed de huidige gemeenten zijn (met licht hertekende grenzen) en vooral ook een gedefusioneerd Brussel waarin Laken en Neder-over-Heembeek weer eigen entiteiten kunnen worden. Het is waar dat de sociaal geografische dualisering van Brussel ook pleit voor een sterk gelokaliseerd beleid en zeg maar Molenbeek en Sint Pieters Woluwe niet noodzakelijk dezelfde prioriteiten hebben. Het is al te gemakkelijk over "baronieën" te spreken om het niet over beleid te hebben. Die nieuwe gemeenten zijn dan wel een tussenschakel naar de echte "nabijheid" van de 118 wijken ( waarvan trouwens één derde de gemeentegrenzen overschrijden). In die operatie winnen we ook enkele andere meerwaardes: de EU-burgers krijgen dan stemrecht op het niveau dat er echt toe doet, de politieke partijen hebben er dan belang bij een echt regionaal programma op te maken en niet alleen de gemeentelijke baronieën, maar ook de communautaire apartheid te overstijgen en via de gemeentelijke bevoegdheden kan het gewest ook initiatieven nemen inzake onderwijs en cultuur! Alleen denk ik dat die interne staatshervorming er niet zal komen van binnenuit en dus moet er wat externe druk worden uitgeoefend door het deel te maken van de huidige discussies.
Tenslotte: om dat te verwezenlijken is het nodig dat de Brusselse publieke opinie anders wordt geordend, m.a.w. dat de huidige communautaire partijen, media, verenigingen, instellingen worden geconfronteerd met een bicommunautair en vooral intercultureel veld. Dat zal op verschillende terreinen gebeuren. Hoe zich dat uiteindelijk politiek zal vertalen valt af te wachten. Pro Bruxsel argumenteert in dit debat zoals partijen doen: partijdig. Het is ongetwijfeld een stem in het politieke debat, maar vooralsnog een kleine stem en zeker niet de enige stem. Er is vandaag in het middenveld, in de civiele maatschappij, in de sociale en culturele wereld in Brussel van alles aan het veranderen. Maar men kan niet zeggen dat "hét politieke alternatief" vandaag al duidelijk is en het is dus niet verstandig erg veeleisend de mensen in kampen, in goeden en slechten in te delen. Er is nog een weg te gaan.
13/01/2011
Zinnekespraat: 'Brussel is de oplossing'
Natuurlijk is Brussel de oplossing, maar dat is toch niet nieuw? Uitspraken zoals "Brussel als een echt stadsgewest. Une région à part... et entière", “meer zelfbestuur”, “samenwerking”, “samenhang”, “het overhevelen van bevoegdheden”, het zijn allemaal dingen die in de standpunten van de politieke partij Pro Bruxsel staan. Er bestaat dus weldegelijk een alternatief op de huidige “gecommunautariseerde” politiek.
Het is inderdaad de taak van het Brussels parlement om een motie aan te nemen over een Brussels grootstedelijk project. Maar aangezien er enkel Vlaamse en Franstalige politieke partijen zetelen in het Brussels parlement zal het nog lang duren eer er daar een consensus over zal worden uitgewerkt. Elk parlementslid staat onder druk van de top van zijn of haar politieke partij die op hun beurt luisteren naar de meerderheid van de stemmen die ze halen. En die meerderheid ligt in Vlaanderen en Wallonië.
Wat ik me heel erg afvraag is waarom Pro Bruxsel wordt doodgezwegen als het over de Brusselse politiek gaat? Soms lijkt het wel alsof men welbewust oogkleppen opzet om niet te moeten zien dat er weldegelijk initiatieven zijn die door Brusselse burgers zijn opgezet. Met alle respect dat ik heb voor meneer Corijn maar soms is het toch ook goed om eens in te spelen op de dingen die al bestaan in plaats van de grote wereldverbeteraar te gaan spelen. Dat soort spelletjes zijn we onderhand al beu. Dus als je een echte oplossing wil bieden dan zou je dat bijvoorbeeld kunnen doen door je oprechte steun te verlenen aan diegenen die het goed bedoelen en die je steun in deze moeilijke tijd kunnen gebruiken. Het zou spijtig zijn om al het werk en resultaten dat al bereikt zijn weg te gooien en terug vanaf nul te moeten herbeginnen.
Voor mij is het zonder meer duidelijk: Het is Pro Bruxsel, als meertalige partij en een partij van gewone burgers, die Brussel een eigen ‘stem in het kapittel’ zal geven en de Belgische apartheid zal overstijgen!!
Hier is de tekst van Eric Corijn:
Zinnekespraat: 'Brussel is de oplossing'
In Humo doet Bart De Wever een belangrijke uitspraak over de stelling dat geen enkele separatist een zinnig antwoord heeft voor Brussel. “Dat is pertinent juist,” zegt hij. “Brussel is het moeilijkste probleem.” En verder: “De moeilijkheid is een oplossing te vinden die de Brusselaars zien zitten, want op een gegeven moment zullen zij een stem in het kapittel hebben. Ik denk dat we naar een oplossing moeten waarbij de Brusselaars maximaal zichzelf besturen, liefst met efficiënte structuren (...), maar waarbij er tegelijk ook een relatie blijft met de historische vader en moeder, Vlaanderen en Wallonië. Brussel als ontmoetingsplaats.”
Stemlozen
Zelfbestuur met efficiënte structuren: een goed uitgangspunt. Het is nu zaak daarover een voorstel uit te werken dat “de Brusselaars zien zitten.” En daar wringt het. Omdat de Brusselaars als zodanig geen stem in het kapittel hebben. In ons politieke bestel hebben alleen zogenaamde volkeren een stem, eentalige gemeenschappen. En dan nog alleen maar ‘autochtone’ stammen, volkeren van hier. Pas dan worden partijen, instellingen en media spreekbuizen. In dat verhaal blijft Brussel natuurlijk gewoon een Franstalige stad met een Vlaamse minderheid en honderdduizenden stemlozen.
Zo zal men nooit een project voor Brussel schrijven. Een stad is geen land. Het wordt de hoogste tijd om Brussel te denken zoals het werkelijk is. Een kleine wereldstad. Zelfbestuur, ja. Maar dan wel als een echt stadsgewest. Une région à part... et entière.
Geef dat gewest dus waar het recht op heeft: een goede burgemeester-president, een bestuur dat de economische ontwikkeling kan combineren met een cultuurbeleid, een college dat de ruimtelijke ordening integraal kan aanpakken en niet in negentien stukjes, een beleid dat de sociale kloof en de crisis in het onderwijs en het jeugdbeleid boven de soms belachelijke competitie kan tillen...
Daarvoor is heel wat nodig. Allereerst dat de bevolking kan worden vertegenwoordigd voor wat ze is: onzuivere mengvormen van verschillende komaf. Vergeten we toch niet dat meer dan de helft van de Brusselse bevolking buitenlandse roots heeft, dat er ruim tweehonderdduizend euro-expats wonen, dat meer dan veertig procent van de huishoudens meertalig is, dat de meerderheid van de Vlaamse Brusselaars zelf in taalgemengde huishoudens leeft... Brussel is het Belgobelgische verhaal voorbij!
Taalkwestie bedekt sociale crisis
Daarenboven dekt die eeuwige taalkwestie de sociale crisis te veel af. Brussel is het derde rijkste gewest van Europa, met een bevolking die 15 procent minder verdient dan het nationale gemiddelde. Rijk gewest, arme bevolking. Een derde op of onder de armoedegrens, met wachtlijsten voor sociale woningen (26 procent van de bevolking voor acht procent van het woningaanbod!), met honderdduizend werklozen, met een massale jeugdwerkloosheid, met een derde van onze kinderen in gezinnen zonder inkomen uit arbeid, met een falend onderwijssys-teem... Die grootstedelijke problemen worden in onze (antistedelijke!) Belgische instellingen totaal verwaarloosd.
Natuurlijk is er ook een grondige interne staatshervorming nodig. Geen stadsproject zonder enige culturele of onderwijsbevoegdheid en met twee gemeenschappen die niet willen samenwerken. Geen samenhang met één stad en achttien gemeenten in competitie met elkaar. Geen enkele bestuurskundige zal de bestaande organisatie verdedigen. En zonder de communautaire argwaan en het daarop terende politieke profitariaat zou ook geen enkele politicus dat doen. Wat is er in feite mis met één hoofdstedelijk stadsgewest, waarin staats- en gemeentelijke bevoegdheden samenvallen, met negentien districten en 118 wijkprojecten? En dat kan allemaal geregeld worden binnen de huidige bevoegdheden!
Over de hoofdlijnen voor een Brussels grootstedelijk project bestaat er in feite al een consensus en een breed draagvlak. Is het niet de taak van het Brussels parlement daarover een motie aan te nemen en die in de Belgische discussie te gooien? Is het niet de taak van de Brusselse politici om eigen onderhandelingen op te zetten over de zo nodige interne staatshervorming? Is het niet de rol van een regering om de bevolking rond zo’n project te mobiliseren? Wie zal Brussel een eigen ‘stem in het kapittel’ geven en de Belgische apartheid overstijgen?
Brussel is de oplossing
Goed bestuur heeft ook een goede band met het ommeland nodig. Maar Bart De Wever vergist zich wanneer hij Vlaanderen en Wallonië de vader en de moeder van Brussel noemt. Brussel bestaat al duizend jaar! Geen nationalistisch paternalisme dus, maar een ontmoeting in een wereldstad, met een goed metropolitaan bestuur. Van de 700.000 arbeidsplaatsen in het gewest wordt 56 procent ingenomen door pendelaars: 360.000 mensen komen elke dag in Brussel werken. Dat is het hinterland. Maak er geen buitenland van!
Brussel is niet het probleem, maar de oplossing. De wereld wordt stedelijk. En wat doe je als het waait? Schermen plaatsen in een poging de wind te stoppen, of windmolens bouwen en de energie nuttig gebruiken? Daar moeten de Brusselaars nu voor zorgen. Ze moeten een kleine wereldstad een stem geven in het Belgische debat. En met die stem ook af en toe eens wijzen op de pietluttige navelstaarderij van de taalstrijd. De Vlaamse pot is de Franstalige ketel waard in wederzijdse verwijten. De hoogste tijd voor een derde kosmopolitische stem in het kapittel! We zullen begrepen worden, in Antwerpen en Gent, Luik en Charleroi.
Postscriptum: Overigens zal, wanneer we onze levensstijl gewoon voortzetten en geen beleid voeren, de klimaatopwarming verdergaan. Dan stijgt de zeespiegel en dan zullen binnen enkele jaren zo’n 500 miljoen mensen gedwongen migranten worden.
Eric Corijn is hoogleraar Sociale en Culturele Geografie aan de VUB en directeur van de onderzoeksgroep Cosmopolis.http://www.brusselnieuws.be/artikel/zinnekespraat-een-stem-voor-alle-brusselaars?nocache=1#comment-1441
7/01/2011
Een oude text...maar raar genoeg nog zo actueel!!!!
Ik ben toevallig op deze text gevallen. Na het lezen ervan ben ik wel onder de indruk van het feit dat het nog altijd zo actueel is. De actuele politiek luisterd dus echt niet meer naar de bevolking. Het is al macht en pure manipulatie waqt de klok slaagt. Ik was in 2001 verre van geinteresseerd in de politiek, omdat ik jong was en waarschijnlijk nog heel naief. Maar dat toen de Brusselaars zich al stoorde aan het gecomunautariseerde gehakketak, en dat er er heden ten dage nog altijd niets is veranderd aan de situatie, dat maakt me kwaad.
Wil dit nu zeggen dat ik binnen 10 jaar nog altijd met mijn frustraties naar buiten moet komen om mijn plaatsje in deze maatschappij op een gelijkwaardige manier te verdienen? Hoe lang moet dit spelletje eigenlijk nog duren?
Eerlijk gezegd begin ik nu echt wel overtuigd te geraken dat we als Brusselaars maar eens zelf de koordejes in handen moeten nemen! Gedaan met opgedrongen hokjes waar we we worden ingeduwd. Gedaan met gekibbel over wie , Vlaams of franstalig, hoeveel wel of niet krijgt. Gedaan met ons aalmoezen rond de oren te slingeren! Gewoon iedereen gelijk voor de wet, gewoon iedere Brusselaar, of hij nu Franstalig of Nederlandstalig is, of hij nu van Belgische origine is of niet, of hij nu gelovig is of niet, of hij nu een andere sexuele voorkeur heeft of niet....Gewoon gedaan met het gevoel van constante onderdrukking en Apartheid. Gelijkheid....net zoals het verdrag tot bescherming van de rechten van de mens het bepaald!
Y en a marre, VRAIMENT!!!
het is wel leuk te zien dat de laatste persoon die onderaan heeft getekend nu een docent van me blijkt te zijn die er blijkbaar toen ook al genoeg van had.
Ziehier de tekst:
Gepubliceerd in
De Morgen van Vrijdag 2 februari 2001
en in
Brussel Deze Week van 14 Februari 2001
Naar een onafhankelijke en meertalige stadsstaat Brussel ?
De zoveelste golf federalisering spoelt opnieuw over België. Klaarblijkelijk dienen
alweer een reeks bevoegdheden en geld te worden overgeheveld naar de gefedereerde
entiteiten. Politici van allerlei kleur en pluimage trekken opnieuw de kaart van het
Waalse of het Vlaamse nationalisme. De haan kraait, de leeuw klauwt en de
regionalistische of communautaristische politieke woordvoerders kloppen zich op de
borst. 'Lambermont' is 'goed', 'niet goed genoeg' of 'helemaal niet goed' 'voor de
Walen' of 'voor de Vlamingen'. De Volksunie en het FDF beginnen aan hun zoveelste
existentiële crisis en het lot van de huidige regering wordt aan de afloop van deze
episode gekoppeld. Tot daar de context : er is niets nieuws onder de zon ...
Al evenmin origineel is dat de Brusselaars die (ook) Nederlands spreken, en die door
sommigen 'Brusselse Vlamingen' worden genoemd, de pasmunt of het breekpunt van
de discussie worden. Politici uit alle uithoeken van het Vlaamse land - uit Izegem of
Kortrijk - voeren hierbij het hoge woord. Ze zijn erg bekommerd om de 'Vlaamse
eigenheid' van Brussel (weet iemand waarover ze het hebben ?) en, natuurlijk, de
positie van de Brusselse Vlamingen. Als betrokkenen, met name als Brusselaars die
(ook) Nederlands spreken, willen wij hierover enige gedachten kwijt. Wij leven
tenslotte in Brussel. En dat is wat anders dan er met chauffeur en neus in de krant op
geregelde tijdstippen naartoe te pendelen.
Brussel kampt met twee grote problemen. Enerzijds is er de onbestuurbaarheid en
het daaraan gekoppelde gebrek aan visie op wat er met deze stad moet gebeuren,
anderzijds is er de financiering. De onbestuurbaarheid van de stad is het gevolg van
het totaal onoverzichtelijke politieke en administratieve beleidskluwen, achtergelaten
door de voorbije federaliseringsgolven. Het aantal vertegenwoordigende, uitvoerende
en bemiddelende organen met bevoegdheden over Brussel is te lang om hier op te
sommen. Feit is wel dat zo'n stugge, ingewikkelde en onder hoogspanning staande
beleidsstructuur het voeren van een accuraat grootstedelijk beleid gewoonweg
onmogelijk maakt. Een oplossing ligt nochtans binnen handbereik: naast de
Franstalige en Vlaamse gemeenschap dient ook de Meertalige Brusselse gemeenschap
te worden ingericht. Deze operatie is noodzakelijk om te komen tot één Brussels
parlement en één Brusselse regering die, zoals in Vlaanderen, alle gewest- en
gemeenschapsbevoegdheden samen uitoefenen. Pas dan wordt het mogelijk om een
aangepaste visie en een sluitend beleid te ontwikkelen. Brussel is nu eenmaal geen
Luik of Antwerpen, Leuven of Namen, laat staan een mini-Parijs of een groot-Izegem.
Brussel is meertalig en cultureel heterogeen (één derde van de bevolking is niet-Belg,
41% van de huishoudens zijn taalgemengd). Brussel is tevens een grootstad die
Europees en internationaal georiënteerd is (maar toch nog kampt met de restanten
van een provinciaal "ons kent ons" gevoel).
Tevens ontbreekt het Brussel aan middelen om een serieus grootstedelijk beleid te
voeren. Er zijn meer pendelaars die in Brussel werken, dan vermogende mensen
(40% van de huishoudens leeft in kansarme buurten) die er belasting betalen. Dat
kan op twee, te combineren, manieren worden opgevangen. De eerste mogelijkheid
speelt in op de werkelijke sociaal-geografische en economische omvang van Brussel.
De grenzen van het Brussels Gewest stemmen niet overeen met de omvang van het
grootstedelijke gebied. Men kan Brussel financiële ademruimte geven door de
grenzen te hertekenen op zodanige wijze dat een groot deel van de pendelaars uit alle
randgebieden ook effectief in Brussel belasting zouden betalen. De andere
mogelijkheid is een fiscale ingreep, waarbij een beduidend deel van de belasting van
een persoon wordt geheven ten bate van de plaats waar hij of zij is tewerkgesteld.
Parallel aan deze twee pistes kan nog worden gedacht aan een ernstige financiële
inbreng van internationale organisaties en internationale bedrijven die in het
werkelijke Brusselse grootstedelijke gebied gevestigd zijn. En tenslotte moet er maar
eens werk gemaakt worden van een tol op de massa's auto's die Brussel dagelijks
binnendonderen en er 's avonds weer zo vlug mogelijk uit willen.
Dit scenario past overigens naadloos in een federalistische logica. Buiten de huidige
onoplosbaarheid van de Brusselse kwestie houdt toch niets de regionalistische en
nationalistische borstkloppers uit Vlaanderen en Wallonië bij elkaar. Het 'België
Barst in Drie' scenario wordt denkbaar indien Brussel - zoals Vlaanderen - een
financieel zelfbedruipend en institutioneel-politiek volwaardig statuut krijgt. Of het
zo'n vaart moet lopen is voor ons geen punt. Wel willen we als Brusselaars die (ook)
Nederlands spreken uit de handen van onze politieke en institutionele gijzelnemers
worden bevrijd. Met welk recht worden wij eigenlijk gedwongen om ons in te passen
in de simplistische en uitsluitende sjablonen - Vlaams of Frans - van de huidige
politieke vertogen en, ja zelfs, van de wetgeving ? Hoe staat het dan met onze
individuele vrijheid tot zelfbepaling ? Wat indien we dit allemaal irrelevant vinden ?
Met welk recht worden wij niet als volle burgers vertegenwoordigd, maar
stukjesgewijs in allerlei assemblées die amper in staat zijn om samen te handelen ?
Met welk recht wordt over ons leven en onze toekomst beslist door mensen uit Luik of
Antwerpen voor wie Brussel alleen een symbolisch strijdpunt is ?
Indien in het toekomstige volwaardige en meertalige Brussels Gewest de principes
van de polyfone democratische rechtsstaat worden verzekerd, dan hebben wij niets te
vrezen en vrezen wij ook niets. De gewone spelregels van de democratische
vertegenwoordiging, onze individuele grondrechten en de rechtsstatelijke
bescherming van de (numerieke) minderheid zijn een voldoende borg. Het
paternalisme van de Vlaamse en Waalse politici hebben we echt niet nodig. Wij
hebben geen pleinvrees. Integendeel : wij ervaren dagelijks hoe uitdagend, beloftevol,
toekomstgericht en veelzijdig onze cosmopolitische grootstad is. Wij hebben geleerd
te leven in een stad waar je buur een andere taal spreekt, een andere godsdienst
belijdt en een andere huidskleur heeft. Wij genieten van een stad waarin tientallen
parallelle culturele en associatieve netwerken samen bestaan. En zo kunnen we nog
wel een tijdje doorgaan.
Indien dit allemaal te veel is voor Vlaanderen, Wallonië en hun politici, dan kunnen
we onder de hierboven gestelde voorwaarden scheiden. Misschien wordt Brussel dan
op termijn een bloeiende onafhankelijke meertalige stadsstaat of, wie weet, ... een
European Capital Territory waar het goed is om te leven.
Een aantal Brusselaars die (ook) Nederlands spreken :
Serge Gutwirth, Jenneke Christiaens, Jean-Claude Burgelman, Dimokritos Kavadias,
Michel Peremans, Karen Meerschaut, Joëlle Van Ex, Lydia Van Rompaey, Estelle
Slegers, Frederik Depoortere, Carolien Zandbergen, Yamila Idrissi, Marc Pallemaerts,
Greg Jacobs, Jozef Van Rompaey, Griet Dobbelaere, Anton Derks, Kristel Beyens,
Joris Hintjens, Myriam Stoffen, Karen Tuxen Ringkjob, Bart Wildiers, Els Dumortier,
Annelies Beck, Johan van Braak, Johan Buyens, Ching Lin Pang, Joan Ramakers,
Patrick Lenskens, Luc Van den Broeck, Ruddy Verbinnen, An Grauwels, Ilias
Kavadias, Sonja Raspoet, Stefan De Corte, Rudy Verhoeven, Eric Corijn, Thomas
Luks, Nathalie Dyck, Bart Temmerman, Els Enhus, Stijn Callewaert, Tom Cortvriend,
Derkje Van der Elst, Dirk Schol, John Van Hassel, Annemie Louwyck, Cornelia J. van
der Weide, Els Plessers, Chris Kesteloot, Marc Martens, Mieke Lamiroy, Gert
Lauwaert, Koen Smets, Patrick Allo, Anouk Delafortrie, Michel Huysseune, Cathy
Macharis, Alain De Nauw, Annemie Pijcke, Henri Eisendrath, Katleen De Ridder, Luc
Steels, Marleen Wynants, Eddy Deruwe, Piet Van de Craen, Dirk Van der Elst, Xavier
Buijs, Uros Nastic, Dieter Lesage, Joke Quintens, Lieve Vanfraechem, Jan van
Rosendaal, Mark Leys, Alex Housen, Yves Van Roey, Nel Vandevannet, Anja De
Kimpe, Filip Burgelman ...
2/01/2011
Gelukkig nieuw jaar!
Fier ben ik er niet over, maar ik ben waarschijnlijk niet de enige. Zeker in Brussel, als grootstad die ze is, mag ik er zeker van zijn dat ik niet de enige ben. Of het nu oudere of jongere zijn, of het nu Belgen of immigranten zijn, of het nu kennissen of onbekende zijn….als ook zij in dezelfde situatie vertoefden ,dan waren ook zij er waarschijnlijk niet fier over.
Veel vragen gaan door je hoofd: Is het mijn fout? Is er iets verkeerd met mij? Heb ik misschien iets verkeerd gedaan? Die vragen gaan ook door het hoofd van de vele lotgenoten. Dat is waarschijnlijk de reden waarom je ze niet ziet.
Raar genoeg creëer je jezelf in het begin toch een vorm van fierheid want je zegt tegen jezelf: “waaw, dat jij dat zomaar durft!”. Zo gewoon, tegen alle verwachtingen in. Maar hoe goed je ook je best doet, naar gelang de tijd vordert begin je jezelf af te vragen of het wel iets met durf te maken heeft. Je begint je zelfs af te vragen in hoeverre je dit soort uitdagingen überhaupt zelfs moet aangaan! Maar als die vragen rijzen is het meestal al te laat want die fierheid ruimt plaats voor schaamte en zelfmedelijden.
Eigenlijk doe je niet meer dan wachten. Je kan proberen je nuttig bezig te houden, maar ook dat valt tegen. Geen kat die merkt dat je moeite doet, geen kat die op dat moment eraan denkt om eventjes serieus te zijn laat staan eens na te denken over iemand anders.
En dan komt het grote moment, het moment waar iedereen naar uitkijkt…het moment dat ook jij zo leuk zou moeten vinden ookal heb je daar geen zin in. En veel keus heb je niet want na het afgetel kan je gaan kant meer uit zonder geknal en geflikker dat rond je oren vliegt. Geroep, getier, vreugde alom…en jij staat daar alleen, en je vraagt jezelf nog eens af waarom.
Het borrelt, het broedt tot je plots al het vuurwerk zelfs als provacatie aanvoelt.
Ik geef het toe, ik heb de overgang alleen gevierd, en dat voelde niet goed!
Bij nader inzien wist ik eigenlijk wel waarom. Ik heb keuzes gemaakt in het leven die niet door iedereen worden begrepen. Ze straffen je ervoor af, ze laten je voelen dat je het niet verdient. Ze willen hun groot geluk, hun luxe leven laten blijken. Maar niet langer in jouw gezelschap want jij hebt geen job. Je leeft op een uitkering want jij wou per se weer gaan studeren. Het gaat je moeilijk maar het kan hun geen bom schelen. Je bent uitschot, je bent niets, en ze zullen er zich niet van weerhouden het je te herhalen tot je beslist niet meer in hun gezelschap te willen zijn. En daar sta je dan kijkende naar de vonkjes die vanuit de hemel neer dwarrelen….helemaal alleen…hopend op een nieuw begin, een beter jaar.
Mijn gedachten gaan hierbij naar alle eenzame mensen die, net zoals ik, het nieuwe jaar zijn binnengetreden op hun eentje. Of het nu van moeten of van willen was, dat doet er niet toe, ik wens hun allemaal het allerbeste toe.
Ik hoop dat dit politiek jaar, er weer meer plaats wordt gemaakt voor het welzijn van de mens in plaats van het verwerven van meer macht, want of we dat nu willen of niet, het zijn altijd de zwakkere die het verschil mogen betalen!
dor dat viribus alas
(Sincerity gives wings to strength)