31/08/2009

Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij

.
Ik probeer, als ontwerper, voor zover het mogelijk is om met zoveel mogelijk ontwerpwedstrijden mee te doen. Blijkbaar is dat de beste manier om herkenning te kunnen genieten. Ik heb al een paar slechte ervaringen achter de rug, waaronder Parckdesign, een wedstrijd dat Mv. Uytebrouck heeft georganiseerd. Wedstrijdreglementen die niet worden nageleefd, vriendjespolitiek en de enorme kosten die er bij gepaard gaan zijn maar een paar van de punten die schering en inslag zijn.

Ik las juist nog het wedstrijd reglement van OVAM ( Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij) maar ben bij het eerste punt al blijven steken omdat het me enorm stoorde.



· Art. 01 Deelname kan met producten met een duidelijke ‘Vlaamse’ link. Dat betekent dat producten van
ontwerpers uit Vlaanderen, die niet bij Design Vlaanderen erkend zijn, ook in aanmerking komen,
net als producten van Waalse ontwerpers en van buitenlandse ontwerpers als ze gemaakt werden
voor bedrijven in Vlaanderen gevestigd. Omgekeerd, komen ook producten in aanmerking die
ontworpen zijn door ontwerpers uit Vlaanderen, in eigen beheer of in opdracht van bedrijven uit
Vlaanderen, Wallonië en het buitenland. Zowel ontwerpers als bedrijven kunnen dus deelnemen.
De producten mogen niet langer dan 3 jaar op de markt zijn.

Als ik iets ontwerp dan ga ik echt niet nadenken over de link dat ik maak naar een taalgroep. Een design is gemaakt voor “mensen”. Ik denk niet dat Vlamingen anders dan Walen zitten op een zitbank. Ik denk ook niet dat Vlamingen anders, al dan niet beter of niet, dan Walen werken aan een ontwerp. Noch een productie noch een ontwerp spreekt een taal. Dat is ook de reden dat, desondanks ik er waarschijnlijk veel kansen door mis, me geen lid maak van Design Vlaanderen. Mijn ontwerpen zijn zowel Brussels als Belgisch als Europees als Internationaal, en dus niet gelinkt aan taal of grondgebied.
Ik ben principieel tegen het overdreven subsidiëren van kunst en designontwerpen, juist omdat er een grote kans ontstaat dat er een addertje in het gras zit. Ik herinner mij bijvoorbeeld dat vanaf het moment dat Bert Anciaux subsidies heeft toegeschreven aan de serie Jess op VTM, de hoofdpersonages geen “vreemde taal” meer mochten spreken. In de kunsten en ontwerpwereld is het dus net zo. De overdreven grote sommen die aan 1 kunstenaar worden gegeven is ook iets dat me enorm stoort maar dat is een andere discutie.
Ik weiger alleszins mee te doen aan dat soort van gemanipuleerde vorm van apartheid waar er onrechtstreeks slachtoffers moeten worden gemaakt, enkel en alleen om er zoveel mogelijk zelfprofijt uit te kunnen halen. Dit soort van initiatieven bevordert de creativiteit absoluut niet. Integendeel, het beeld dat we naar het buitenland versturen is niet bepaald een positief en verdraagzaam beeld.
Toekomst gericht ga ik proberen nog enkel met buitenlandse wedstrijden mee te doen. Dat zal me toelaten van, ten eerste een internationaal imago op te bouwen en ten tweede mijn participatie in de geforceerde apartheid te vermijden. Ik zal misschien nooit een erkenning krijgen op Vlaams gebied maar zal eens zo fier zijn op mijn propere internationaal gerichte carrière!
.

Geen opmerkingen: